De brugklas
Verschillende brugklassen voor verschillende kinderen
Op grond van het advies van de basisschool en (de scores uit) het leerlingvolgsysteem worden de leerlingen geplaatst in een brugklas mavo/havo, een brugklas havo/vwo of een aparte gymnasiumbrugklas. In de onderbouw werken wij volgens het beproefde en succesvolle onderwijsconcept van de Wereldklassen.
In de lessen van de Wereldklassen is er een mooie didactische balans tussen klassikaal les, samenwerkend leren, zelfstandig werken en projecten. Wereldklassen zijn heel geschikt voor kinderen die nieuwsgierig zijn, die graag initiatief nemen, die zelfstandig(er) willen werken, die graag samenwerken en van projecten en presentaties houden, maar ook structuur nodig hebben.
In onze Wereldklassen XL gaan wij nog een stap verder. Slimme kinderen die gymnasium aankunnen hebben vaak extra uitdagingen nodig. Naast de principes van de Wereldklassen wordt daarom bij alle vakken verdieping en verrijking aangeboden, wordt er in de lessen gedifferentieerd en het vak onderzoek & ontwerpen (Technasium) is een verplicht onderdeel van het curriculum. In de brugklassen havo/vwo en in havo 2 en vwo 2 kan voor Technasium worden gekozen.
De Wereldklassen XL beginnen als gymnasiumklas. Bij het vak Klassieke Vorming wordt een goede basis gelegd voor de vakken Latijn en Grieks. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan de cultuur van de klassieke oudheid.
In de brugklassen mavo/havo volgen alle leerlingen een deel van het schooljaar een oriëntatie op het vak technologie & toepassing (Bèta Challenge). In het tweede en derde leerjaar is T&T een verplicht vak en in het vierde leerkaar een keuzevak, waarin ook (school)examen kan worden gedaan.
Diataal
Taal is ontzettend belangrijk om de leerstof goed te kunnen begrijpen. Wij monitoren daarom de taalontwikkeling van de leerlingen op het gebied van begrijpend lezen en woordenschat. Aan het begin en aan het einde van alle eerste en tweede klassen nemen wij Diataal-toetsen af. Deze toetsen zijn gevalideerd aan de hand van de Referentieniveaus Taal. Diataal is een leerlingvolgsysteem voor taal en lezen.
Omdat is gebleken dat kinderen veel kansrijker worden als zij een hoger niveau van begrijpend lezen halen en over een grotere woordenschat beschikken, hebben wij in onze mavo/havo-brugklassen een extra taalprogramma opgezet. Bij het vak Nederlands krijgen deze leerlingen drie uur per week een verrijkend programma, met vaste onderdelen als Nieuwsbegrip (begrijpend lezen met actuele, informatieve teksten), schrijfopdrachten en “taal in andere vakken”.
Het tweede leerjaar
Aan het eind van de brugklas wordt de leerling, op basis van de behaalde cijfers (zie het hoofdstuk bevorderingsnormen), bevorderd naar een tweede klas mavo, een tweede klas havo of een tweede klas vwo. Dit tweede leerjaar is uitdrukkelijk bedoeld om er achter te komen of de leerling goed kan functioneren op het betreffende niveau. In principe kan in de tweede klas niet gedoubleerd worden. In de lessentabel op de website staat aangegeven welke vakken de leerlingen in klas twee volgen en hoeveel uur per week ieder vak gegeven wordt.
Aan het einde van het brugjaar kunnen leerlingen in de Wereldklassen XL ervoor kiezen om in het tweede leerjaar met gymnasium door te gaan (in dat geval hebben zij verplicht de vakken Latijn en Grieks), of muziek dan wel beeldende vorming als keuzevak te nemen.
In het derde leerjaar kunnen de vakken muziek en beeldende vorming niet meer gevolgd worden, omdat het aantal vakken daar te groot is en de ruimte in de lessentabel beperkt is. In de bovenbouw kunnen deze vakken overigens wel weer worden gekozen.
Voor de leerlingen uit de havo/vwo-brugklassen met Technasium geldt dat zij in het tweede leerjaar kunnen kiezen of zij doorgaan met het vak onderzoek & ontwerpen. Deze leerlingen volgen in het tweede leerjaar in dat geval niet de vakken beeldende vorming en maatschappijleer.
Het derde leerjaar
In mavo 3 volgt iedere leerling elf vakken, waarvan drie keuzevakken. Een overzicht van de verplichte- en keuzevakken kunt u zien in de lessentabel in het volgende hoofdstuk.
Voor alle derde klassen is het een belangrijk jaar: er moeten besluiten genomen worden over het vakkenpakket voor de bovenbouw (sector of profiel). De leerlingen worden daarbij begeleid door de decaan en de mentor.
Voor de gymnasiumopleiding is het nodig om tot en met leerjaar 3 zowel Grieks als Latijn te volgen. Vanaf leerjaar 4 dient Latijn (Grieks bieden wij in de bovenbouw niet aan) gevolgd te worden om ook daadwerkelijk het gymnasiumdiploma te kunnen behalen.
De leerlingen in de Wereldklassen XL moeten in het derde leerjaar een keuze maken tussen gymnasium en Technasium. Concreet betekent dat een keuze voor de vakken Latijn en Grieks of een keuze voor het vak onderzoek & ontwerpen. De leerlingen die in de derde klas kiezen voor gymnasium kunnen in de vierde klas wel het vak onderzoek & ontwerpen kiezen, in de profielen Natuur en Gezondheid of Natuur en Techniek.
Het vierde leerjaar en hoger
In het vierde leerjaar starten leerlingen op alle niveaus met het gekozen vakkenpakket. Leerlingen met een mavo-opleiding kunnen daarbij kiezen uit vier profielen:
- Landbouw
- Zorg en welzijn
- Economie
- Techniek
Leerlingen met een havo- of vwo-opleiding hebben de keuze uit vier profielen:
- Cultuur en Maatschappij (CM)
- Economie en Maatschappij (EM)
- Natuur en Gezondheid (NG)
- Natuur en Techniek (NT)
Het vakkenpakket van alle leerlingen is verdeeld in drie groepen:
- Het gemeenschappelijk deel: deze vakken zijn voor het grootste deel voor alle leerlingen verplicht;
- Het sector- of profieldeel: deze vakken zijn deels verplicht, en deels een keuze;
- Het vrije deel: leerlingen kunnen één (havo en vwo) of twee vakken (mavo en gymnasium) kiezen.
Het aanbod van vakken in het profieldeel is deels voorgeschreven en deels door de school te bepalen. Het aanbod van vakken in het vrije deel mag geheel door de school worden bepaald. In de bovenbouw (vanaf mavo 3, havo 4 en vwo 4) werken de leerlingen aan het “examendossier”, dat vóór deelname aan het centraal examen moet worden afgerond. Sommige vakken kennen alleen een “schoolexamen”, zoals bijvoorbeeld maatschappijleer, ckv en lichamelijke opvoeding.
Voor het schoolexamen worden verschillende soorten toetsen afgenomen: examendossiertoetsen (edt), praktische opdrachten (po) en handelingsdelen (hd).
In mavo 3, havo 4, vwo 4 en vwo 5 worden ook voortgangstoetsen (vt) afgenomen. Voortgangstoetsen tellen niet mee voor het examendossier, maar (evenals schoolexamentoetsen) wel voor de overgang. De vakken Nederlands en Engels, alsmede de sector-/profielvakken en ook de vakken uit het vrije deel (met uitzondering van lichamelijke opvoeding 2 en onderzoek & ontwerpen) hebben naast het schoolexamen ook een centraal examen dat wordt afgenomen aan het eind van mavo 4, havo 5 en vwo 6.
Tijdens de ouderkennismakingsavonden aan het begin van het schooljaar wordt de structuur in de bovenbouw uitvoerig toegelicht. De leerlingen kunnen uiterlijk 1 oktober het Programma van Toetsing en Afsluiting (het PTA) van hun leerjaar op de website vinden. Hierin wordt de gang van zaken rond leerstof, toetsing en examens uitvoerig behandeld.
De PTA’s worden ook in de klassen toegelicht.